Binnen de plantensoort smalle weegbree wordt al jaren actief veredeld. Hierdoor zijn er inmiddels diverse rassen beschikbaar. Deze veredeling heeft geleid tot rassen met een sterkere concurrentiekracht, waardoor smalle weegbree zich ook in productieve graslanden goed staande houdt naast Engels raaigras. Smalle weegbree neemt dan ook een prominente plaats in binnen de kruidenrijke COUNTRY Multilife-mengsels. Dit is te danken aan de boven- én ondergrondse voordelen van dit veelzijdige gewas
Smalle weegbree ontwikkelt een fijnmazig en uitgebreid wortelstelsel en wortelt dieper dan Engels raaigras. Hierdoor is het beter bestand tegen droogte en blijven de planten langer groen. In de praktijk merken veehouders steeds vaker dat klavers en kruiden, zoals smalle weegbree, het perceel tijdens drogere periodes langer groen en vitaal houden, zie figuur 1. Daarnaast bevat weegbree diverse mineralen, waaronder natrium (bekend van landbouwzout), wat het extra smakelijk maakt voor koeien. Wel kan de stengel snel verhouten. Daarom houden we bij de rassenselectie voor onze mengsels specifiek rekening met dit kenmerk, zodat we altijd de best mogelijke mengsels samenstellen.
De donkergroene lijn toont de grasgroei in kilogrammen per dag. In april en mei groeit gras zeer snel, maar na het doorschieten en tijdens drogere zomers neemt de groeisnelheid aanzienlijk af.
Wanneer een mengsel is ingezaaid dat dieper wortelende kruiden en klavers bevat, wordt de groei van deze componenten weergegeven door de lichtgroene lijn. Door het gebruik van mengsels met klavers en kruiden wordt de totale groei en opbrengst verhoogd. Het zwart gearceerde gedeelte geeft de extra opbrengst weer die dankzij het mengsel wordt gerealiseerd.
Figuur 1: bron DSV zaden research
Wanneer we goed naar de bladeren van smalle weegbree kijken valt op dat deze uit nerven bestaan die van boven naar beneden lopen. Dit is nog beter zichtbaar wanneer een blad tegen het licht wordt gehouden. De nerven bevatten een hoger gehalte aan lignine (ADL), terwijl het bladweefsel tussen de nerven vooral uit goed verteerbaar en smakelijk materiaal bestaat.
In vergelijking met gras heeft smalle weegbree weliswaar een hoger gehalte aan niet-verteerbaar lignine, maar het totale aandeel celwanden is juist lager.
Foto: de verticale bladnerven zijn duidelijk zichtbaar.
In de praktijk zien we dat smalle weegbree tijdens beweiding graag wordt opgenomen, zeker wanneer de plant zich in een bladrijk stadium bevindt. Zodra smalle weegbree echter in bloei komt, ontwikkelt zich een harde, minder smakelijke en slechter verteerbare lange dunne stengel die snel verhout. Vooral tijdens beweiding wordt deze stengel door koeien minder graag gegeten.
Om die reden houden wij bij de rassenselectie voor onze mengsels specifiek rekening met deze eigenschap. Zo stellen we altijd de best mogelijke mengsels samen, met focus op smakelijkheid en verteerbaarheid.
Uit onze eigen onderzoeken blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen rassen van smalle weegbree, zowel in de mate van bloei als in de snelheid waarmee stengels verhouten [zie figuur 2]. Daarnaast zijn er duidelijke verschillen zichtbaar in de concurrentiekracht van de rassen over meerdere jaren.
Door rassen zorgvuldig te screenen en langdurig in veldproeven te evalueren, verzekeren we dat alleen de best presterende rassen in de mengsels van DSV worden opgenomen. De voordelen van smalle weegbree -zoals verbeterde droogtetolerantie en hoge smakelijkheid- komen pas volledig tot hun recht wanneer het ras zich gedurende meerdere jaren in het veld handhaaft.
Kruidenrijk grasland biedt veel potentie voor een duurzame en productieve bedrijfsvoering. Een betrouwbare en evenwichtige samenstelling is daarbij essentieel, zeker wanneer het juiste graslandmanagement wordt toegepast. Door te kiezen voor mengsels die gebaseerd zijn op uitgebreide praktijkproeven en een strenge rassenkeuze, wordt het maximale potentieel van kruidenrijk grasland benut en een blijvend resultaat in het veld gegarandeerd.
Drie verschillende soorten smalle weegbree met duidelijke verschillen in bloei. Het middelste ras laat amper bloei zien en is hierdoor smakelijker en beter verteerbaar. Hierbij zijn verschillen gemeten van een bijna 10% hogere VCOS (Verteerbaarheid Coëfficiënt Organische Stof).
Smalle weegbree krijgt steeds meer aandacht omdat het voordelen biedt voor een beter en efficiënter gebruik van stikstof. Als brede samenvattende term wordt hierbij vaak gesproken over de nitrificatieremmende werking. Naar deze eigenschap is, vooral in Nieuw-Zeeland, al veel onderzoek gedaan in vers gras en smalle weegbree wordt daar ook steeds vaker toegepast.
In Nederland bestaat het (winter)rantsoen van melkvee echter maar deels uit (kuil)gras. Hierdoor zijn er nog vragen over het effect van inkuilen op de nitrificatieremmende werking en over de hoeveelheid smalle weegbree die nodig is in het rantsoen om effecten zichtbaar te maken. Ook in Nederland wordt hier inmiddels steeds meer onderzoek naar gedaan.
Stikstof wordt in de bodem omgezet van ammonium naar nitraat, een proces dat nitrificatie wordt genoemd. Bij kunstmest is bijvoorbeeld bekend dat er gekozen kan worden voor meststoffen waarin stikstof voornamelijk in ammonium- of nitraatvorm voorkomt. In het voorjaar, wanneer de bodem nog nat en koud is, wordt vaak gekozen voor meststoffen met meer ammonium. Bij voldoende groei en hogere temperaturen wordt eerder KAS gebruikt, dat meer nitraat bevat, omdat nitraat direct opneembaar is voor de plant.
Smalle weegbree heeft het vermogen om de omzetting van ammonium naar nitraat te vertragen. Hierdoor vermindert de kans op uitspoeling van nitraat. Wanneer stikstof langzamer vrijkomt, kunnen planten deze efficiënter opnemen.
Een bijkomend voordeel is dat bij een langzamer nitrificatieproces ook minder stikstof wordt omgezet in lachgas, een krachtig broeikasgas.
Smalle weegbree combineert sterke droogtetolerantie, smakelijkheid en efficiënter stikstofgebruik in één gewas. Door de juiste rassenkeuze en zorgvuldig graslandbeheer blijft smalle weegbree meerdere jaren productief in het veld. Dit vertaalt zich naar een hogere voederopname, een betere eiwitbenutting door de koe en een duurzamer gebruik van stikstof, wat zowel het milieu als het bedrijfsresultaat ten goede komt.